Het formaat
De laagstam soorten zijn veelal de kleinere maten. Hierbij begint de vertakking van de fruitboom laag op de stam, vanaf 50 cm. Kleine fruitbomen zijn al verkrijgbaar vanaf 150 cm. De halfstam fruitbomen beginnen halverwege de stam, vanaf 120 cm. De meeste vruchten kan je dan dus plukken zonder ladder. De hoogstam fruitbomen hebben vertakkingen vanaf 170 cm. De leivorm is plat en kun je tegen een schutting of muur plaatsen, ideaal voor een kleine tuin! Hoeveel ruimte een boom nodig heeft om te groeien kun je zien aan de kroondiameter van de volwassen versie van die boom. Voor een pruimenboom is dit bijvoorbeeld 6 meter en een appelboom rond de 5 meter. Check dus vooraf even hoe groot je boom gaat worden en laat dat meewegen in de keuzes die je maakt.
Perenboom
Een perenbomen is een goede keus wanneer je een fruitboom in je tuin wilt plaatsen. Ze worden niet al te groot en geven schitterende bloesem in de lente. Let wel op welke boom je kiest, want niet elke perenboom geeft peren die lekker zijn als handpeer. Heb je een kleine tuin? Dan is een perenboom ook een goede keus. Een langzaam groeiende boom zoals bijvoorbeeld de Pyrus ‘Gieser Wildeman’ is een goede optie. De takken groeien langzaam en in opgaande richting waardoor de boom niet veel plaats hoeft in te nemen.
Pruimenboom
De pruimenboom doet wat een fruitboom moet doen: in het voorjaar staat ‘ie vol met bloesem en aan het eind van de zomer is het oogsten geblazen. Een pruimenboom is ook zeer geschikt voor als je nog niet zo’n ervaren fruitboombezitter bent: de boom heeft heel weinig verzorging nodig. Let alleen wel op dat de boom niet te veel vruchten produceert. Sommige bomen zijn zo enthousiast dat ze meer produceren dan goed voor ze is. Ze putten zichzelf als het ware uit en de pruimen die dan aan de boom groeien zullen minder lekker smaken. Verwijder daarom een aantal vruchten al in het vroege voorjaar. In augustus of september is het topdrukte qua oogsten. Pruimen blijven alleen niet zo lang goed, dus verwerk ze snel in een jam, taart of eet ze zo op.
Kersenboom
De kersenboom is de uitslover onder de fruitbomen. In de lente pronkt ze met een enorme bos bloesem en in de zomer hangen de takken vol met kersen. De ene soort is nog zoeter dan de andere. De kersenboom geeft niet gelijk vruchten. Soms moet de boom eerst nog groter en ouder worden. Klinkt logisch, toch? De kers staat het liefst op
het zuiden in de volle zon en heeft een sterke voorkeur voor vochthoudende, diep doorwortelbare, lichte kleigrond. Ze is wel heel gevoelig voor zwarte luizen, zet dan Oost-Indische Kers onder de boom zodat de luizen daar naartoe trekken in plaats van de boom. De beste planttijd is november, maar tot eind februari kan ook zolang je vorst vermijdt.
^Benieuwd hoe een volwassen boom in de tuin moet worden aangeplant? Check dan het YouTube kanaal van Studio May & June. Daar wordt het stap-voor-stap uitgelegd. Want een boom planten vraagt toch wat meer dan alleen een gat graven!
Appelboom
De appelboom is een van de meeste geliefde fruitbomen van Nederland. Nogal logisch, want een appelboom vergt weinig onderhoud, heeft weinig tot geen sterallures en de vruchten kun je behalve meteen opeten ook verwerken tot appeltaart en appelmoes. Waar je bij andere fruitbomen op tijd moet oogsten, zijn appels erg makkelijk. Een appel iets te vroeg plukken is geen ramp. Ze kunnen makkelijk geplukt en al nog even rijpen. En een overrijpe appel valt niet meteen uit de boom, maar dat moet je wel net zien te voorkomen. Eenmaal op de grond is de appel alleen nog geschikt voor de moes. Controleren of een appel rijp is best simpel: een rijpe appel laat zich makkelijk plukken. Een onrijpe appel zit echt nog muurvast.
Snoeien is bloeien
Door je fruitboom elk jaar te snoeien wordt hij vitaler, groeit hij beter en krijgt de boomkroon meer licht. Dat heeft weer een positieve invloed op de kwaliteit van de vruchten en bovendien zorgt een goede ventilatie van de kroon ervoor dat schimmelziekten en plagen geen kans krijgen.
Appel- en perenbomen kunnen het beste van januari tot maart gesnoeid worden. Snoei het liefst bij droog weer en niet als het vriest. Knip oude takken en delen die weinig vrucht geven weg met een geschikte snoeischaar. Verwijder takken altijd op ongeveer tien centimeter vanaf de stam. Een pruim daarentegen snoei je het liefst tussen april en september. Bij voorkeur op een warme dag en zonder regen, want zo kan de boom goed herstellen. De kersenboom snoei je het best in oktober of november als het niet al te koud is. Een beetje snoeien in de zomer kan, puur alleen voor de vorm, maar pas op dat je niet te enthousiast van alles wegknipt. De boom zal dan ‘doodbloeden’ en de volgende twee jaar geen bloesem of vruchten geven.