Een moestuinplan maken is niets anders dan het verzamelen van jouw favoriete groente (en bloemen). Het belangrijkste; wat eet jij het allerliefste uit je tuin? Zet die groente op je wensenlijstje. Wees daarnaast lief voor jezelf. Je kunt beter klein en overzichtelijk beginnen, dan met 30 zakjes zaad je geen raad meer weten. De indeling vraagt om enige kennis. Lidion Zierikzee, oprichter van de Moestuinschool, geeft in dit blog nog meer verdieping aan de ervaren moestuinier!
Maak kennis met: plantenfamilies
Na je wensenlijstje komt de studie. Even ingewikkeld misschien, maar als je het eenmaal onder de knie hebt, is het super handig. Vaak staat het ook op de zakjes zaad en Wikipedia is je beste vriend. Verdeel al je gewassen in de juiste plantenfamilie. Jep, plantjes hebben een familie. Van oudsher ingedeeld naar aanleiding van de bloem. Best ingewikkeld. In de moestuinwereld versimpelen wij graag.
Je kunt de groentes grofweg in deze families indelen:
-
Kruisbloemigen (koolgewassen): de kolen.
Broccoli, boerenkool, radijsjes, koolrabi, rucola en ook mierikswortel, waterkers en herderstasje. De bloemen lijken net 2 hartjes tegenover elkaar. De kruisbloemigen gebruiken veel voeding en stikstof. -
Schermbloemigen (wortelgewassen): de bollen en knollen.
Bietjes, pastinaak en wortelsoorten. Zij houden van kalium. Als je deze soorten laat doorgroeien, krijgen ze prachtige schermbloemen. -
Vlinderbloemigen (peulgewassen): de bonen.
Kapucijners, sperziebonen, tuinbonen, doperwten, peultjes maar ook klaver en linzen etc. Vlinderbloemigen hebben een symbiose met bacteriën in de grond. De wortels krijgen kleine bolletjes met stikstof. Ideaal om te planten voor de kolen. -
Komkommerfamilie (vruchtgewassen).
Pompoenen, courgettes, augurk en komkommer. Deze soorten hebben relatief veel voeding nodig, 1x bijvoeden tijdens het seizoen is geen overbodige luxe. Tomaat, pepers, paprika en aubergine zijn ook vruchtgewassen maar horen bij de nachtschade familie.
Elke familie haalt andere voedingsstoffen uit de bodem en geeft iets anders terug.
Dezelfde familie keer op keer op dezelfde plek telen, put de aarde eenzijdig uit. Het maakt de plek en het gewas zeer gevoelig voor plagen en ziektes. Begrijp je nu waarom de agrarische sector zoveel kunstmest en gif nodig heeft? De natuurlijke balans is volledig weg. Gek toch?
Wil je dus een gezonde bodem, dan is het belangrijk te weten welke families je waar zet. Dit kan onder andere door wisselteelt. Goed wisselen van families zorgt voor een goede sterke bodem en gezonde gewassen. De gewassen nemen zo allerlei beschikbare vitamines, mineralen en sporenelementen uit de bodem op en geven terug. Je grond wordt elk jaar beter. En hoera, jij krijgt dat ook binnen als jij jouw geoogste wortel op je bord legt.
Het maakt niet uit hoe groot je moestuin is. 6 potten op het balkon, een moestuinbak met 12 vakken of een grote moestuin met 16 bedden. Wisselteelt kan op elke schaal.
Ik hanteer 2 stelregels voor wisselteelt:
Wil je dus een gezonde bodem, dan is het belangrijk te weten welke families je waar zet. Dit kan onder andere door wisselteelt. Goed wisselen van families zorgt voor een goede sterke bodem en gezonde gewassen. De gewassen nemen zo allerlei beschikbare vitamines, mineralen en sporenelementen uit de bodem op en geven terug. Je grond wordt elk jaar beter. En hoera, jij krijgt dat ook binnen als jij jouw geoogste wortel op je bord legt.
Het maakt niet uit hoe groot je moestuin is. 6 potten op het balkon, een moestuinbak met 12 vakken of een grote moestuin met 16 bedden. Wisselteelt kan op elke schaal.
Ik hanteer 2 stelregels voor wisselteelt:
-
Macro - focus.
Elk seizoen heeft 1 bed of bak een eigen hoofdgewas, dus familie. Je hebt een bed met de focus op bonen, nachtschade (aardappels of tomaten), kolen, vruchten, knollen/wortels of bladgewassen. Na het seizoen wisselt de focus van elk bed of bak. Waar vorig jaar de bonen stonden, komen dit jaar de kolen bijvoorbeeld. -
Micro - focus.
Één familie geoogst, is een andere familie erin. Concreet; oogst je een vakje of rij wortels, zaai er dan een andere familie in zoals een bladgewas of peul. Zo kunnen er wel 3 verschillende soorten familie gedurende 1 moestuinseizoen op dezelfde plek hebben gestaan. Je hoofdgewas staat er vaak het langst in, in de zomer, met een voor- en nateelt van iets anders.
Je wisselt dus per seizoen van familie en ook gedurende het seizoen probeer je dit zoveel mogelijk te doen.
Een voorbeeld:
In mijn kolenbed staat in het voorjaar sla en andijvie. Dat groeit relatief snel. Tussendoor plant ik, wanneer het tijd is, de kolenplantjes. Eerst oogst ik de bladgewassen, dan de kolen en na de kolen plant ik bijvoorbeeld ui, prei of knoflook die er de hele winter in blijven staan. Terwijl de ui, prei of knoflook nog doorgroeien in de lente, zaai ik er worteltjes en bietjes tussendoor. Dit bed wordt in mijn nieuwe seizoen mijn knol- en wortelbed.
Je zorgt op deze manier ook dat je aarde zoveel mogelijk bedekt is. Er kan onder de oppervlakte doorgewerkt worden aan een goede bodem. Bijkomend voordeel? Je kunt veel meer oogsten van één stukje grond. Niets zwarte aarde in de winter, toch?
Zijn er goede volgordes om te roteren?
Een veelgebruikt ezelsbruggetje is: Alle Pesticiden Kunnen Beter Vermeden Worden.
Aardappels < Peulen < Kolen < Bladgewas < Vruchten < Wortel/knol.
Wortels komen in het bed van de vruchten, de vruchten in het bed van het blad, het blad in het bed van de kolen, de kolen in het bed van de peulen, de peulen in het bed van de aardappels en de aardappels in het bed van de wortels.
Er is niet één waarheid en iedereen doet het anders. Het allerbelangrijkste, om knolvoet bij kolen en de aardappelziekte bij aardappelen te voorkomen, is deze twee families goed te wisselen. Minimaal 3 jaar, bij kolen zegt men zelfs 6 jaar, niet op dezelfde plek.
De kunst is de komende jaren zelf je unieke rouleer systeem te maken. Ook naar aanleiding van jouw wensenlijstje. Waar de één meer sla eet, wil de ander juist veel kool.
Zelf heb ik geen aparte bedden voor bladgroenten, ui, prei en knoflook. Ik gebruik dit als opvulmateriaal en voor- en nateelt. Ik heb veel ruimte en een tuinkas. De vruchtgewassen (komkommer- en nachtschade familie) zitten niet in mijn wisselteelt systeem. De pompoenen liggen overal en nergens. De tomaten, paprika’s, komkommers en pepers staan grotendeels in de kas en anders ergens tussendoor in kleine hoeveelheden. Net hoe het uitkomt.
Zet hem op met de puzzel. Succes!
^ Wil je meer leren over het zelf zaaien van groente én bloemen? Ontdek het in MAY & JUNE 's nieuwste boek: Zelf zaaien. Judith leert je hoe je dat aanpakt, van niet spitten tot slakken en van wisselteelt tot voorzaaien. Heel veel informatie in een compact boek, precies wat je nodig hebt om écht zelf aan de slag te kunnen met een uitbundige groente- en bloementuin.
Beeld: Lidion Zierikzee, MAY & JUNE, Unsplash