Jaren terug was er een periode waarin ik me alles behalve goed voelde. Niet echt depressief, maar wel heel erg ongelukkig. Er leek altijd een soort drukkend gewicht te zijn wat maar niet minder werd. In die tijd kochten we ons eerste huis en kreeg ik ook mijn eerste échte tuin. Ik kan vrij stellig zeggen dat onder andere die tuin mij in die periode gered heeft. Met elk zaadje dat ik zaaide en elk plantje dat ik in de grond stopte groeide mijn zelfvertrouwen en begon ik weer te zien dat niet alles verkeerd ging. Mijn momenten in de tuin waren een medicijn, en dat kwam vooral omdat ik tijdens het tuinieren niet kon denken aan mijn zorgen of twijfels. Het lijkt onmogelijk om te piekeren terwijl je in de tuin werkt. Dus wat is dat toch met die tuin?
"Mijn momenten in de tuin waren een medicijn"
Tuinieren tegen stress
Omgevingspsycholoog Agnes van den Berg deed uitgebreid onderzoek naar het effect van tuinieren op de mentale gezondheid. In een experiment liet ze twee groepen mensen eerst een half uur een stressvolle activiteit doen, met als resultaat dat de twee groepen zich heel gespannen voelden en de stemming negatief was. Vervolgens mocht de ene groep een half uur tuinieren, terwijl de andere groep werd opgedragen om naar binnen te gaan en een half uur te lezen. Voor én na dat half uur mat Van den Berg het niveau van het stresshormoon cortisol. Bij de tweede meting was het stressniveau van iedereen lager, maar de daling was bij de groep in de tuin veel sterker. Daarbij was hun stemming in positieve zin omgeslagen, terwijl de groep lezers nog chagrijniger was dan daarvoor. Uit een ander onderzoek van Van der Berg bleek dat mensen met een volkstuin veel gezonder waren en zich minder eenzaam voelden dan hun leeftijdsgenoten zonder volkstuin.
We vroegen het eens na bij onze sociale achterban - op welke manier heeft de tuin jou herstel of troost gegeven? Er volgde een vrachtlading aan reacties. Mensen met een burn-out, depressie, angststoornis, autisme, hersenbeschadiging of andere hersengerelateerde aandoening komen in de tuin tot rust of zien het als een vorm van therapie. Er komen ook opvallend veel reacties van mensen met long-covid. Anderen verwerken er de onzekere periode tijdens of na chemobehandelingen, het verlies van een kindje, of een overleden partner of familielid. Maar er zijn ook moeders die aangeven dat ze in de volkstuin rust vinden temidden van de welbekende tropenjaren. Iedereen is ervan overtuigd dat de tuin de reden is dat het beter met ze gaat.
De tuin van opa
Zo raakte ik in gesprek met Wendy (30), over haar ervaring: “Twee jaar geleden kreeg ik borstkanker, acht maanden na de geboorte van mijn eerste kindje. Je gaat een heftige achtbaan in, maar ik werd heel goed begeleid in het ziekenhuis. De psycholoog daar stelde voor dat ik een hobby zou zoeken, als vorm van afleiding. Toen kwam de tuin van de opa van mijn man op mijn pad. Ik ben altijd gek geweest op bloemen, maar ik wist bijna niets van tuinieren. In de tuin leerde ik zien dat de natuur zich maar beperkt laat sturen. De natuur neemt haar tijd - sommige dingen kun je versnellen of vertragen, maar uiteindelijk moet je ook gewoon afwachten. Dat leerde mij om los te laten, want niet alles gaat zoals je wilt - ook je gezondheid niet. Kanker hebben was niet moeilijk: de periode daarna vond ik pas echt zwaar. Het was een soort nulpunt. Wie ben ik? Wat wil ik? Ik ben me nu veel bewuster van de verandering van de seizoenen, er is meer rust en meer aandacht voor de kleine dingen. Dat is mede dankzij die tuin van opa.”
Geluksbacterie
Onderzoekers aan de Universiteit van Bristol ontdekten dat er een bacterie in tuinaarde zit (mycobacterium vaccae), die ervoor zorgt dat het serotonineniveau van je hersenen toeneemt. Daardoor voel je je positiever en ontspan je makkelijker, en dat maakt dan weer dat je stressniveau daalt. Daarom is zelfs iets kleins als met je handen door de aarde woelen al genoeg om je beter te voelen. Een taak in de tuin hoeft dus niet moeilijk of groot te zijn om je te helpen ontspannen. Ook bij een rondje door de tuin om wat uitgebloeide bloemen weg te plukken heb je baat, bijvoorbeeld als je thuiskomt na een werkdag. Rommelen in de tuin noemen we dat. Geen zware en lange klussen, maar wel lekker bezig met de natuur. Je stimuleert daarbij al je zintuigen en gebruikt je hersenen ook om je competenties te vergroten.
Gezond brein
De Hersenstichting financiert innovaties en onderzoek, geeft voorlichting en zet het belang van gezonde hersenen op de publieke en politieke agenda. Zo moedigen ze mensen aan om een gezonde leefstijl te ontwikkelen zodat de hersenen fit blijven. Koko Beers van de Hersenstichting: “We werken met vijf thema’s die van belang zijn voor gezonde hersenen: bewegen, goed slapen, gezonde voeding, ontspannen en je hersenen uitdagen. Al deze thema’s hebben invloed op de gezondheid van je brein. Voor een goede nachtrust is bewegen en voldoende daglicht bijvoorbeeld belangrijk, en wanneer je ontspant draagt dat ook bij aan je slaap. Ontspannen betekent niet per se dat je languit op de bank ligt - juist actief ontspannen is heel goed voor je. Tuinieren heeft dit eigenlijk allemaal: je bent met iets laagdrempeligs aan de slag in de buitenlucht en geeft jezelf tegelijkertijd een mentale uitdaging door nieuwe dingen te leren. Je gebruikt je hersencapaciteit op dat moment voor het tuinieren. Daardoor kun je je veel minder focussen op andere zaken, waardoor je minder piekert of stress hebt. Dat is natuurlijk ontzettend goed voor je mentale gezondheid.”
"Het is heel lastig om zowel te piekeren als te wieden tegelijk."
Dit verklaart waarom het heel lastig is om zowel te piekeren als te wieden. Je gebruikt je hersenen voor iets anders op het moment dat je tuiniert. Dat maakt tuinieren uniek: tijdens sporten of wandelen kun je wel degelijk nadenken. Ondanks dat bewegen heel goed is voor je mentale gezondheid, onderscheidt tuinieren zich van andere soortgelijke activiteiten omdat je tegelijk je hersenen uitdaagt. En, ook niet onbelangrijk, tuinieren geeft zingeving: je moet je bed uit om te zorgen voor de plantbaby’s in je tuin en draagt bij aan de biodiversiteit en een groenere leefomgeving. Het feit dat er iets levends is dat zich door het jaar heen ontwikkelt, geeft dezelfde beloning als zorgen voor een huisdier. Maar de tuin hoeft ook weer niet volledig op jou te leunen, tenzij je een balkon hebt. Daarom is de relatie met de tuin zo fijn. Enerzijds heeft ze je nodig, en aan de andere kant hoort ze zichzelf ook te kunnen redden. Daarmee is de druk laag en de beloning van een bloeiende tuin heel groot.
Herstellen in de tuin
Heb je een eigen tuin? Begin daar met tuinieren. Dat kan heel klein door simpelweg een zaadje te zaaien en te kijken wat er gebeurt, daar heb je niet veel energie voor nodig. Het kan natuurlijk ook groter, door bijvoorbeeld een paar tegels te wippen en een nieuwe border aan te leggen. Het feit dat er iets in de tuin groeit, geeft je een reden om naar buiten te gaan. Alleen dat is al goed voor je!
Er zijn helaas nog niet veel groeninitiatieven waar je tuintherapie of een re-integratie traject kunt volgen. Een goed alternatief is vrijwilliger worden bij een pluktuin of CSA (community supported agriculture, een gedeelde moestuin). Zo heb je een vast moment in de week dat je buiten bezig bent en leer je nieuwe vaardigheden. Vrijwilliger worden bij een openbare tuin is natuurlijk altijd goed, ook als je geen therapie of behandeling nodig hebt.
Schrijf je in voor een volkstuin! Het fijne aan een volkstuin is dat het niet net zo netjes hoeft te zijn als thuis, want je kijkt er niet de hele dag op uit. De lat mag dus wat lager liggen. Tegelijkertijd is het een plek waar je naartoe moet, waardoor er altijd een ‘uitje’ op de planning staat.