Voordat je je tuinslang uitrolt om je dorstige plantjes te verwennen met een flinke plens water, lees je best eerst even onze tips om droogte in je tuin tegen te gaan. Dat begint namelijk bij de aanleg van je tuin.
1) De juiste plant op de juiste plek
Zorg dat je de omstandigheden van je tuin kent. Heb je droge zandgrond, of juist klei dat vocht beter vasthoudt? Is de grond zuur of kalkrijk? Pas je beplanting daar op aan. Weet je het niet? Kijk dan om je heen in de buurt van je tuin. Welke planten doen het daar goed? En welke niet? De boerenhortensia bijvoorbeeld bloeit roze op kalkrijke grond en blauw in een wat zuurdere bodem. Hortensia kan overigens niet goed tegen droogte en hangt vaak als eerste slap als de grond te droog wordt. Planten die wel goed tegen droogte bestand zijn zijn onder andere Persicaria, Rudbeckia, Verbena, venkel, Perovskia, siergrassen zoals Panicum of Calamagrostis en Sedum.
2) De juiste plant op het juiste moment
Geef je planten de tijd om te wortelen en sterk te worden zodat ze een droge zomer beter aankunnen. Plant daarom alleen van maart tot mei en van half september tot november. Dan bevat de bodem voldoende vocht om goed te wortelen. Het is natuurlijk heel verleidelijk om met de rijkbloeiende planten van het tuincentrum de lege plekken in je tuin op te vullen, maar de kans dat ze dan een dry spell overleven is niet zo groot. De herfst is overigens de beste optie: dan is de bodem warm, en hebben je planten al een winter gehad voordat er ook maar sprake is van watertekort.
3) Mulch, mulch, mulch!
Als je de juiste plant op de juiste plek op het juiste moment in de grond hebt gezet is mulchen de volgende stap. Dat is het afdekken van de bodem met een laag organisch materiaal zoals stro, cacaodoppen, bladeren, houtsnippers of compost. Deze laag voorkomt snelle verdamping van vocht in de grond en heeft daarnaast nog veel meer voordelen die zorgen voor een gezonde bodem. Mulchen kun je doen in het voorjaar, als er veel kale grond tussen de planten is. Zorg dat je alles volledig bedekt met een laag van 3-5 cm. Je kunt ook in het najaar al het blad dat gevallen is gewoon laten liggen. Dit maakt écht een enorm verschil!
4) Vertrouwen
Jonge aanplant mag je een aantal keren flink veel water geven om ze goed te laten groeien. Daarna is het echt het beste om ze met rust te laten en te vertrouwen op de natuur. Die zit namelijk behoorlijk slim in elkaar en heeft helemaal geen menselijk ingrijpen nodig om gezond te blijven. Dit geldt natuurlijk alleen als je ze niet in juli of augustus in de grond hebt gezet ;-).
5) In geval van nood
Klimaatverandering zorgt voor extremere omstandigheden waardoor het soms toch nodig is om je planten water te geven. Doe dit dan met beleid. Gebruik bij voorkeur regenwater dat je hebt opgevangen in een regenton of ander reservoir, daar zit minder kalk in dan regenwater (wat beter is voor je plantenkroost) en het is niet zo koud als kraanwater. En kijk goed naar je planten. Welke hebben het zwaar? Als ze er goed uitzien hebben ze geen water nodig, maar zie je gekruld of verkleurend blad? Dan is het tijd voor water. Geef ze gericht water, laag bij de grond op de wortels, niet over het blad. En doe het alleen ’s avonds of vroeg in de ochtend. Geef liever ineens een flinke plens water om een stevige regenbui na te doen dan steeds een klein beetje. De bovenlaag van de bodem droogt het snelst uit en zal niet bij de wortels terecht komen. Een bruin geworden gazon hoef je niet te sproeien. Als het gras goed geworteld is herstelt het zich vanzelf wanneer het weer gaat regenen.
Een gieter die het écht goed doet is onmisbaar in de tuin, dit zijn onze favorieten (die op de foto is deze).
Wil je meer leren over hoe je de juiste beplanting in je tuin gebruikt? In ‘Planting Design’ gaat Judith hierover de diepte in - want de juiste plant op de juiste plek is het allerbelangrijkste in je tuin.