
De natuur is voor wildplukkers een schatkamer, maar je moet het wel even weten. In de natuur is zo veel te vinden, van gedroogde berenklauwzaden voor over je salade, zevenblad voor pesto of de veelzijdige brandnetel. Als je eenmaal weet waar je naar moet kijken, worden je wandelingen nooit meer hetzelfde.
1) De regels
In Nederland is wildplukken in principe verboden. Als wildplukker maak je je schuldig aan stroperij en daar hoort een flinke boete bij. Op kleine schaal wordt wildplukken toegestaan, mits je je aan een paar simpele regels houdt: pluk in kleine hoeveelheden, zorg dat je weet wat je plukt, verstoor de omgeving niet en blijf op de paden en tenslotte, je bent niet alleen, pluk dus niet alles weg. Let op: in België verschillen de regels per regio. Ga dus per gebied na wat de regels zijn.
2) Leer het van de kenners
Wil je met een echte kenner op pad? Door het hele land worden wildplukwandelingen aangeboden. Kijk eens bij BUIT, de Wilde School, Wilderlust of Forest To Plate (België). Je leert er ook hoe je met de oogst uit de natuur kunt koken.

3) Favorieten uit de natuur
Het wildplukseizoen begint met Allium ursinum (daslook). Het groeit in grote getalen als bodembedekker op schaduwrijke plaatsen in het bos. Ruikt opvallend naar knoflook en is heerlijk in salades, risotto of homemade daslookazijn. Het opvallende groene langwerpige blad is het lekkerst als het nog jong is. Een kleine boom of struik die je overal tegenkomt is Sambucus nigra (gewone vlier). In het late voorjaar oogst je de geurige bloemenschermen natuurlijk voor siroop. Vlierbloesem is ook heerlijk door een rabarbertaartje. De bessen oogst je eind zomer of begin najaar, ook heerlijk als siroop of door je zelfgemaakte jam. Met Glechoma hederacea (hondsdraf) in de buurt heb je altijd een lekkere toevoeging aan je gerechten. Het blad is pittig en kruidig en heeft iets weg van rucola. Je vindt hondsdraf het hele jaar door en vanaf maart gaat het ook bloeien met felpaarse bloemen. Het blad gebruik je als smaakversterker in salades of pasta’s, de bloemen als garnering.
4) Juiste moment, juiste plek
Ga vroeg in de ochtend of laat op de avond op pad, neem altijd een klein schaartje en een mandje of tas om je oogst in te verzamelen mee. Vermijd plekken waar bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt, langs drukke wegen met veel uitlaatgassen of waar veel honden uitgelaten worden. Mooie oogstmanden vind je hier.
5) Weet wat je plukt
Kijk in ieder geval uit voor deze zeer giftige planten: Cicuta/Conium maculatum (gevlekte scheerling), Cicuta virosa (waterscheerling), Heracleum sphondylium (berenklauw), Heracleum mantegazzianum (reuzenberenklauw), Aconitum (monnikskap) of Digitalis purpurea (vingerhoedskruid).
Tip! Gebruik de app PlantNet of het handboekje Van Boven in het wild om planten te kunnen herkennen.
6) Leef met de seizoenen
Leer leven met de seizoenen, ook bij wildplukken. Hoewel voorjaar, zomer en najaar het meest populair en overdadig zijn, is er ook in de winter van alles te vinden. Denk aan rozenbottels, veldkers, hondsdraf of dennennaalden en -knoppen. Het vroege voorjaar is de beste tijd om de blaadjes van de brandnetel te plukken, nog voordat de bloemen verschijnen. Heerlijk groen voor in de thee.
7) Waar plukken
Ben je benieuwd waar je in jouw buurt kunt wildplukken? De Wildplukwijzer weet raad. Deze handige Google Map, die je via de gelijknamige app of de website raadpleegt, brengt alle openbare fruitbomen en -struiken, notenbomen en verdwaalde komkommerplanten bij jou om de hoek en in de rest van het land in kaart. Daarnaast worden steeds meer voedselbossen aangelegd waar zonder menselijk ingrijpen voedsel wordt verbouwd. Sommige restaurants, zoals De Nieuwe Winkel in Nijmegen en Héron in Utrecht, laten zich helemaal leiden door wat ze op dit soort plekken vinden en scharrelen er hun menu bij elkaar. Zo zie, voel, beleef en proef je dat er ontelbaar veel lekkers in de buurt te vinden valt. Sommige voedselbossen zijn ook voor consumenten toegankelijk: kun je daarna zelf de keuken in.
^ Links: Allium ursinum (daslook). Rechts: Sambuca nigra (vlierbloesem).
8) Ontdek meer
Wildplukken gaat veel verder dan daslook en hondsdraf. Er zijn vele soorten eetbare paddestoelen en zeewieren waar je echt wel wat meer kennis voor nodig hebt om die te kunnen ‘plukken’. Edwin Florès beschrijft in Het grote wildplukboek alle geheimen van het wildplukken. Hij neemt je mee van het donkere bos naar de kust en behandelt meer dan 200 wilde planten, bessen, wortels en paddenstoelen.
9) Maak er wat van
Van daslook of andere wilde kruiden als zevenblad, brandnetel of paardenbloemblad maak je een wilde pesto. Maal een grote hand wilde kruiden met 70 gram noten, 2 teentjes knoflook, een handvol geraspte Parmezaanse kaas, een snuf zout en ongeveer 70 ml goede olijfolie in een keukenmachine tot een gladde massa.
Tip! Vanuit de tuin kun je veel oogsten om te verwerken in de keuken. Hier vind je de lekkerste recepten 'From garden to table'.
10) Better safe than sorry
Pluk of oogst alleen de plant of bes die je herkent en waar je zeker van weet dat-ie eetbaar is. Soms zijn er kleine verschillen tussen planten maar is de ene eetbaar en de andere giftig. Heermoes is bijvoorbeeld heel goed te plukken voor de thee. Maar er zijn varianten die (licht) giftig zijn, zoals de moeraspaardenstaart.
Tekst: Annelien van Beusekom | Beeld: MAY & JUNE, Unsplash