Creëer in 7 stappen je eigen bloemenweide
Rubriekin de tuin

Creëer in 7 stappen je eigen bloemenweide

Voor velen de ultieme tuindroom: een veld vol wilde bloemen om doorheen te dwalen. Het mooie is: het hoeft niet bij een droom te blijven. Samen met Cruydt-Hoeck, expert op het gebied van inheemse bloemenweides, zetten we alle do’s & don’ts voor je op een rijtje om je eigen (mini) meadow te creëren. 

Een bloemenweide is een veld of strook vol wilde, inheemse bloemen. Misschien spreekt de Engelse vertaling, wild flower meadow, meer tot de verbeelding. Zo’n bloeiende weide bestaat voor 30% uit grassoorten en voor maar liefst 70% uit bloemen. Een bloemenweide vindt zijn oorsprong in de kleinschalige landbouw. Het ontwikkelen ervan is als het ouderwetse hooien dat werd gedaan om een kruidenrijk dieet (bloemen!) te creëren voor de paarden, die vroeger een belangrijke rol op het land vervulden. Deze bloeiende weides werden door de boeren in stand gehouden. Dit beheer is nodig, want op voedselrijke grond groeien met name grassen goed, waardoor je bloemen kwijtraakt. En zou je een grasland echt laten verwilderen, dan verschijnen er struiken en bomen en ontstaat er op den duur een bos. Een uitgestrekte bloemrijke omgeving creëer je door jarenlang te maaien en het maaisel af te voeren. Een bloemenweide is dus geen natuur. Het is een cultuurlandschap, waarbinnen ruimte is voor natuurlijke processen.

Cruydt-Hoeck verdeelt bloemenweides in drie soorten: akkerbloemen, ruderale vegetatie, en bloemrijk grasland. 

Akkerbloemen

Deze eenjarigen zorgen meteen voor heel veel bloei en een bont kleurenpalet. Het zijn pioniers, dat wil zeggen dat ze geroerde grond nodig hebben om tot kieming te komen. Je moet de grond dus elk jaar opnieuw bewerken en inzaaien. 

Ruderale vegetatie

Minder werk, want je zaait om de drie à vier jaar bij. Al is het niet meteen het eerste jaar, met deze mix aan eenjarigen, tweejarigen en kortlevende vaste soorten explodeert je tuin toch redelijk snel van de bloemen. 

Bloemrijk grasland

De meest duurzame keuze. Je zaait de grond één keer in en laat daarna de bodem met rust. Verwacht van dit mengsel niet te veel bloei in de eerste jaren. In tegenstelling tot een- en tweejarigen die maar enkele seizoenen leven, hebben deze vaste soorten geen haast. Eenmaal aangelegd is een bloeiend grasland verrassend onderhoudsvrij, en uiteindelijk wordt deze meadow helemaal zelfvoorzienend.

 bloemenweide aanleggen

Een bloemenweide verandert voortdurend, ieder jaar word je verrast met een ander beeld.

Inheems plukveld

Ook al kun je de wilde bloemen uit je meadow plukken, een bloemenweide is geen pluktuin. Dit heeft alles te maken met de ecologische waarde voor onze insecten. Met een bloemenweide streef je een natuurlijk beeld na. Waar in pluktuinen veel wordt gezaaid met sierlijke exoten, bestaan bloemenweides uit planten die al vele duizenden jaren van nature in ons land voorkomen, en die een nauwe relatie met onze wilde bestuivers hebben ontwikkeld. Met het aanleggen van een bloemenweide doe je mens en dier een plezier. Je verbetert het landschap, vergroot de biodiversiteit, en levert zo een bijdrage aan het herstellen van een groter systeem – ook vogels en andere beestjes halen zaden uit de mengsels. En daar kun jij dan als tuinier weer van genieten, want een vlinder siert ook je tuin. Een weide vol bloeiers zoals Chrysanthemum vulgare (gewone margriet), Knautia arvensis (beemdkroon) en Salvia pratense (veldsalie) is een lust voor het oog én van grote ecologische waarde voor insecten.

Vanaf honderd vierkante meter komt een bloemrijk grasland mooi tot z'n recht. Met minder meters oogt het geheel te rommelig om als sierlijk door te kunnen gaan. De vorm maakt niet uit, een cirkel, vierkant of een lange smalle strook - het kan allemaal. Inspiratie opdoen? Beroemde bloemenweides zijn er veel in Europa. Denk aan Sissinghurst of Great Dixter in Engeland. Of dichter bij huis in de Hortus Botanicus in Amsterdam.

Bloemenweide aanleggen 
Pijlstaartvlinder (Hyles lineata) op Trifolium pratense (rode klaver).

Leg stap-voor-stap een bloemenweide aan

Met een bloemenweide help je de natuur een handje. Dus, zelf aan de slag! Met deze stappen creëer je stap voor stap jouw mooie meadow.

1) De juiste plek

Het is belangrijk dat je een zonnige plek kiest. Halfschaduw kan, maar de meest zonnige stukken zorgen voor het meest bloemrijke resultaat. Een gazon als uitgangspunt nemen is ideaal – daar heb je namelijk geen last van onkruid. Maar je kunt ook een bloemenweide toepassen als border of geveltuin, naast je oprit of op je dak.

2) De juiste timing

Eind juli tot oktober is de beste tijd om in te zaaien, net zoals het in de natuur gebeurt. In het najaar zaaien heeft als voordeel dat de grond warm en vochtig is, en de koudeprikkel nog moet komen voor de zaden die dat nodig hebben om te ontkiemen. Bovendien heb je minder last van onkruid. Nog voor de winter heb je een groene waas op je stuk tuin. Een- en tweejarigen komen vervolgens in de lente al tot bloei. Wil je toch in het voorjaar zaaien? Doe dit dan zo vroeg mogelijk in het seizoen.

3) De bodem beoordelen

Het is belangrijk om eerst te bepalen met wat voor soort grond je te maken hebt. Zand, klei, leem of veen, nat of juist droog – voor elke bodem geldt dat er van nature andere planten op groeien. Voor elke soort grond zijn er specifieke mengsels. Cruydt-Hoeck kan je adviseren wanneer je niet weet welk soort grond je hebt, of twijfelt of jouw lievelingsbloem het goed doet in jouw tuin. 

Bloemenweide aanleggen

Fluitenkruid in mei luidt de vroege zomer in. De wuivende schermen zijn kenmerkend voor ons landschap, en zijn belangrijke waardplanten voor allerlei soorten vlinders.

4) Mengsel kiezen

Je maakt je bloemkeuze op basis van de bodem, maar ook op basis van jouw specifieke wensen voor de plek. Wil je bijvoorbeeld lage of hoge begroeiing? Wil je je boomgaard helpen bestuiven? Of veel vogels naar je weide lokken? Denk daarover na. Bestaande mengsels zijn gebaseerd op hoe planten in de natuur bij elkaar voorkomen. Voorbeelden van mengsels vind je hier.

5) Bewerk de grond

Om ervoor te zorgen dat je zaden kunnen ontkiemen, haal je de bovenste laag grond eraf, zo’n vier à vijf centimeter. Voor het afplaggen van een klein stuk gazon gebruik je gewoon een schop, voor een groter stuk een graszodensnijder. Vervolgens hark je de grond oppervlakkig open. Spit niet, want dan verstoor je het aanwezige bodemleven te veel. Om eventuele onkruiden te minimaliseren, kun je een vals zaaibed creëren. Je laat de open grond een paar weken liggen om te zien wat er vanzelf opkomt, en schoffelt dit vervolgens weg. Dat is met name handig bij het zaaien van eenjarigen. 

6) Zaai tijd

Om de zaadjes goed te kunnen verspreiden, kun je ze het beste mengen met ruim zand in een andere kleur dan de grond. Zo zie je waar je al gezaaid hebt. Vervolgens gooi je, onderhands, kleine handjes uit op de voorbewerkte grond. Als het om grote oppervlakten gaat, is het handig om het terrein en het zaad in gelijke delen te verdelen, zodat je goed uitkomt. Hierna hark je de zaden oppervlakkig in. In het najaar is het niet nodig om meteen water te geven; bij het eerste buitje maken de zaden contact met de bodem. Als je in het najaar zaait, kan de grond wel droog zijn, en is extra bewateren soms nodig. 

7) Maaien maar

In principe hoef je nu niks te doen tot de eerste maaibeurt in de herfst. Na het maaien is het belangrijk om het maaisel op te ruimen. Wanneer je dit laat liggen, komen de voedingsstoffen terug in de grond. Het is juist de bedoeling dat je de voedingsstoffen onttrekt aan de bodem, omdat de meeste weideplanten houden van schralere situaties.

 

Tekst: Joline van Berkestijn Beeld: MAY & JUNE, Shutterstock

Over de blogger
Hey there!

Elianne

Ik ben Elianne, redacteur van blogs & artikelen in May & June magazine. De tuin van onze nieuwbouwwoning leek op een maanlandschap. Inmiddels zijn de eerste stappen gezet om er een groene, bloemrijke oase van te maken en natuur terug te brengen tussen al het beton. Ik heb van alles ontdekt over de opbouw van een tuin. En die kennis deel ik graag met je.

Toon reacties

Leave a comment