Al vier jaar werkt Daniel Welschenbach aan zijn eigen tuinparadijs, voor een groot deel in de schaduw. Met zijn handtroffel en snoeischaar in de hand creëert hij een mix van structuur en vrije vormen, waarin iedereen zich thuis voelt.
Toen de Duitse Daniel Welschenbach vier jaar geleden met zijn vrouw en twee kinderen zijn intrek nam in hun huis in Dormagen (Duitsland), was het even schrikken. De tuin was toen nog erg overwoekerd: het leek wel een klein bos. De woning was lange tijd verhuurd geweest aan mensen die weinig interesse hadden om de tuin te onderhouden. Maar de nieuwe eigenaars zagen meteen het potentieel en konden niet wachten om te starten met de transformatie.
Het kostte tijd om de juiste plek te vinden voor sommige ideeën. ‘Eerst hebben we bepaald hoe we de tuin wilden opzetten’, legt Daniel uit. ‘We hebben een ruw plan gemaakt en de gebieden ingedeeld. De hoge bomen speelden daarin een belangrijke rol. Ik denk dat het belangrijk is om een oude tuin eerst te leren kennen en begrijpen. Als eerste hebben we de paden aangelegd. Daarna volgden de kleine moestuin en de twee terrassen. Dat ging niet in één keer: omdat mijn vrouw en ik alles zelf hebben gedaan, hebben we er echt jaren de tijd voor genomen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de bloemborders: die hebben we in de loop van de jaren aangeplant. Onze laatste toevoeging was een fontein, daar zijn we erg trots op.’
^ Mix van schaduwplanten en pad van boomschors
Koelte in de schaduw
In Daniels tuin vind je een grote verscheidenheid aan vaste planten en houtachtige planten. ‘Als je van blokbeplanting houdt, ben je hier aan het verkeerde adres’, geeft Daniel meteen toe. ‘Wij geven de voorkeur aan dynamisch en natuurlijk. Het leuke aan onze tuin vind ik dat je de structuur gaandeweg moet ontdekken. Die hebben we geprobeerd te creëren door hagen en bomen.’ Die laatste zijn soms wel tachtig jaar oud en geven veel karakter. ‘Toen we hier aan de slag gingen, wisten we meteen dat we die graag wilden behouden. Ze geven veel schaduw – een uitdaging die ook allerlei voordelen met zich meebrengt. In een schaduwtuin is er veel meer variatie in vaste planten mogelijk dan de meeste mensen denken. En voor ons als bewoners is het natuurlijk ook fijn: tijdens hete zomers hebben we meer plekken waar het lekker koel is.’
Om variatie in je tuin te kunnen aanbrengen, moet je wel de juiste vaste planten kennen – en ze ook kunnen kopen. ‘Vaak is het aanbod van vaste planten in de schaduw op lokale plantenmarkten beperkt’, vindt Daniel. ‘Goede kwekerijen bieden dan meestal uitkomst. Zij kunnen adviseren welke vaste planten weinig licht kunnen verdragen. We hebben ook plekken in de tuin die meer zonlicht krijgen, waar zonminnende vaste planten groeien. Soms duurt het wat langer voordat ze bloeien, maar omdat ons groeiseizoen hier vroeg begint, is dat te overzien.’
Planten kiezen lastig? Wist je dat je bij MAY & JUNE kant-en-klare borderpakketten kunt bestellen, ontworpen volgens de lagentheorie en ontworpen door een tuinontwerper? Het beplantingsplan mét de plantjes leveren wij. En jij zet ze - mét instructies - zo in de grond.
^ Het lagenprincipe toegepast in een border, zodat er in ieder seizoen wat te zien is.
In lagen
Daniels tip voor schaduwtuinen is het lagenprincipe. ‘Dat betekent dat je meerdere planten met een andere bloeiperiode op dezelfde plek plant. Door de verschillende momenten van bloei is er altijd wat te beleven. Begin bijvoorbeeld met Galanthus nivalis (sneeuwklokje), gevolgd door Viola canina (hondentandviooltje), dan Dicentra cucullaria (gebroken hartje) en tot slot een laat opkomende Hosta (hartlelie), die alles bedekt na de groei. De andere planten trekken zich terug als de Hosta opkomt en profiteren van de bescherming, omdat de grond langer vers blijft.’ Voor zowel in de schaduw als de zon heeft Daniël zo zijn favoriete combinaties. Voor zonnige gebieden zijn dat vooral stevige vaste planten, zoals Echinacea pallida (zonnehoed), Sesleria autumnalis (herfstheidegras) en Eryngium yuccifolium (kruisdistel). Het kan ook speelser, met schermbloemigen als Peucedanum rablense (meesterwortel) met Ratibida columnifera (prairiekegelbloem), of Phlomis russeliana (brandkruid) met Knautia macedonica (rode beemdkroon). In de schaduw kiest hij eerder voor Athyrium niponicum ‘Pictum’ (Japanse regenboogvaren) of Aruncus aethusifolius ‘Johannifest’ (geitenbaard), maar ook voor Hakonechloa macra (Japans berggras) of Brunnera macrophylla ‘Jack Frost’ (Kaukasisch vergeet-mij-nietje).
Uit verre hoeken
Speciale aandacht heeft Daniel voor de schaduwborders. ‘Ik vind het belangrijk dat daar ook genoeg gebeurt. Het hoeven niet altijd veelkleurige bloemenfestivals te zijn, maar er moet wel een soort samenhang in zitten. En het moet er natuurlijk uitzien, net zoals de rest van onze tuin.’ Inspiratie voor de indeling haalde hij uit tuinen van over de hele wereld. ‘Als ik op reis ben, staat een bezoek aan botanische tuinen altijd op mijn bucketlist. Of ik nu in Zuid-Afrika, IJsland, Schotland of Frankrijk ben, ik vind het altijd fascinerend om tuinen te bezoeken en inspiratie op te doen. Hoewel je bij mij thuis dus veel inheemse planten aantreft, maak ik ook graag een mix met planten uit andere landen.’ Ook wanneer hij thuis is, zit Daniel niet stil. ‘Ik bezoek zoveel mogelijk tuinen, parken en plantenkwekerijen. Daarnaast lees ik veel: ik heb inmiddels een flinke collectie tuinboeken in de kast staan. En vergeet vooral Instagram niet: ook daar is veel inspiratie te vinden.’
^ Veronicastrum virginicum 'Diana' (lange ereprijs), Echinacea purpurea 'Magnus' (zonnehoed) en de zaadhoofden van de Echinops ritro (kogeldistel).
Pieken in het laagseizoen
Daniel heeft vaak te maken met droge en hete zomers, terwijl de winters juist mild en nat zijn. Dat maakt dat niet alle planten de winter overleven. De grond is kleiachtig, zwaar en zeer voedselrijk. Dat betekent dat vooral droogtetolerante vaste planten die goed drainerende grond nodig hebben soms wat hulp behoeven. In de tuin is door de diversiteit het hele jaar wel iets te beleven. ‘Zelfs in de winter valt er veel te ontdekken, zoals verschillende soorten Hamamelis (toverhazelaar) en Lonicera purpusii ‘Winter Beauty’ (struikkamperfoelie). Vanaf de herfst is er nog steeds veel structuur in de tuin te vinden, omdat we veel vaste planten tot de lente laten staan. Grassen zoals Calamagrostis acutiflora ‘Karl Foerster’ (struisgras) en vaste planten zoals Sedum (hemelsleutel), Echinops (kogeldistel) of Echinacea (zonnehoed) blijven lang mooi. Daarnaast zorg ik ervoor dat groenblijvende planten zoals Polypodium vulgare (eikvaren) door de tuin heen verspreid staan.’
De bodem bedekt
Natuurlijk gaat ook in Daniels tuin weleens iets mis. ‘Een plant voelt zich bijvoorbeeld niet prettig op een bepaalde plek en moet worden verplaatst. In het begin raakte ik daar vaak door gefrustreerd, maar nu ga ik er een stuk kalmer mee om. Ik blijf het gewoon proberen tot het lukt.’ Last van te veel wilde kruiden heeft hij gelukkig nauwelijks. De tuin is vrij dicht beplant. Niet-agressieve wilde kruiden wiedt Daniel, waarna hij ze op een onzichtbare plek in het bed laat liggen. Met die vorm van mulchen heeft hij goede ervaringen – behalve natuurlijk op plekken waar planten de voorkeur geven aan schrale grond zonder al te veel humus. Daarin schuilt dan ook meteen Daniels belangrijkste tip: onderschat de kracht van mulchen niet. ‘De vaste planten en grassen die we tot de lente laten staan, leggen we na het snoeien opzij en verdelen we versnipperd over de perken. Ook de bladeren van de bomen gooien we niet weg: die voegen we toe aan de perken of gebruiken we als compost. Mulch helpt om water langer in de grond vast te houden en beschermt tegen uitdrogende wind en wilde kruiden.’
^ Alle planten die in de winter hun silhouet behouden, kun je in de lente gebruiken als mulch (organische bedekking).
Toekomstbestendig
Het meeste tuinwerk doet Daniel in de lente en in de herfst. In de herfst split hij planten, verplaatst ze of voegt nieuwe toe. In de zomer besteedt hij zijn tijd aan andere projecten, zoals het aanleggen van een fontein, en in de winter leest hij veel tuinliteratuur. Op die manier doet hij nieuwe ideeën op, bijvoorbeeld over de extra bomen die ze onlangs hebben geplant, en die nog wat tijd nodig hebben om te groeien. Verder is Daniel bewust bezig met het veranderende klimaat. ‘Ik ben benieuwd hoe dit gebied in de komende jaren zal veranderen. We proberen de tuin voortdurend aan te passen aan een drogere toekomst. Ik wil dan ook zo min mogelijk water uit de kraan gebruiken.’
Ook je tuin aanplanten volgens de lagentheorie?
Wist je dat je bij MAY & JUNE kant-en-klare borderpakketten kunt bestellen, ontworpen volgens de lagentheorie en ontworpen door een tuinontwerper? Het beplantingsplan mét de plantjes leveren wij. En jij zet ze - mét instructies - zo in de grond.
Comments
1
1