
Elk jaar op 22 mei vieren we de Internationale Dag voor de Biodiversiteit. Deze dag werd ingesteld door de Verenigde Naties om aandacht te vragen voor de rijkdom van het leven op aarde – van de kleinste bodemorganismen tot grote roofdieren, van wilde bloemen tot korstmossen op een oude boom. Biodiversiteit is geen abstract begrip voor biologen of beleidsmakers; het is iets dat ons allemaal raakt.
Wat is biodiversiteit?
Biodiversiteit betekent letterlijk: de verscheidenheid aan leven. Het omvat niet alleen het aantal soorten planten, dieren en micro-organismen, maar ook de genetische variatie binnen soorten én de diversiteit aan ecosystemen. Denk aan bossen, graslanden, wetlands en zelfs stedelijke parken. Hoe meer soorten en hoe gevarieerder het ecosysteem, hoe robuuster het geheel. Biodiversiteit zorgt voor veerkracht – een sleutelwoord in een tijd van klimaatverandering en afnemende natuurlijke hulpbronnen.
Waarom is biodiversiteit belangrijk?
1. Voedselzekerheid en bestuiving
Zonder biodiversiteit geen voedsel. Veel landbouwgewassen zijn afhankelijk van natuurlijke bestuivers zoals bijen, zweefvliegen, kevers en vlinders. Wilde bestuivers nemen het grootste deel van het werk op zich, zeker in kleinschalige en biologische landbouw. Maar hun aantal loopt terug. Het verlies aan bloemen, nestgelegenheid en eenzijdige landschappen speelt hierin een grote rol.
2. Gezonde bodem en waterhuishouding
Bodemorganismen, zoals wormen, schimmels en bacteriën, zorgen voor vruchtbare grond. Ze breken organisch materiaal af, maken nutriënten beschikbaar voor planten en verbeteren de bodemstructuur. Biodiverse bodems houden beter water vast en zijn beter bestand tegen erosie en droogte.
3. Ziekteregulatie en plaagbestrijding
Een gevarieerd ecosysteem bevat natuurlijke vijanden van plagen. Denk aan lieveheersbeestjes die bladluizen eten, of vogels die rupsen wegpikken. Monoculturen zijn gevoeliger voor uitbraken, omdat natuurlijke vijanden ontbreken of verzwakt zijn. Biodiversiteit werkt als een soort natuurlijk vangnet.
4. Klimaatbuffer
Bossen, wetlands en zelfs tuinen met veel beplanting vangen CO₂ op en koelen de omgeving. Biodiverse landschappen houden meer water vast bij extreme neerslag en verdampen water tijdens hitte. Zo spelen ze een rol in het opvangen van klimaatveranderingen.
5. Culturele en emotionele waarde
Natuur heeft ook een waarde die niet direct meetbaar is. De geur van bloeiende vlier, het geluid van een merel, of het vinden van een wilde orchidee – het zijn ervaringen die onze band met de wereld om ons heen versterken. Ze geven betekenis aan een plek en rust aan ons hoofd.
Biodiversiteit onder druk
Wereldwijd staat biodiversiteit onder grote druk. Bossen verdwijnen, wetlands worden drooggelegd en het gebruik van pesticiden maakt het leven moeilijk voor insecten. Ook in Nederland en België gaat het niet goed. Insectenpopulaties nemen sterk af, veel vogelsoorten van het boerenland zijn in aantal gehalveerd en plantenrijkdom in graslanden keldert.
De oorzaken zijn complex, maar hebben allemaal te maken met de manier waarop we ruimte gebruiken: intensieve landbouw, verstedelijking, infrastructuur en het verlies van natuurlijke overgangen tussen landschapstypes. Gelukkig is herstel mogelijk – en begint dat vaak verrassend dichtbij.
Wat kun jij doen in je tuin?
Je hoeft geen hectare natuurgebied te bezitten om bij te dragen aan biodiversiteit. Elke tuin, hoe klein ook, kan een waardevolle schakel zijn in het netwerk van natuur. Hieronder volgen praktische maatregelen waarmee je verschil kunt maken.
1) Kies voor inheemse beplanting
Inheemse planten zijn soorten die van nature in jouw regio voorkomen. Ze zijn geëvolueerd in samenspel met lokale insecten, vogels en bodemleven. Een wilde margriet trekt meer insecten aan dan een gecultiveerde variant. Denk aan soorten als beemdkroon, knoopkruid, veldsalie of wilde marjolein.
2) Vermijd bestrijdingsmiddelen
Gebruik geen chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest. Deze tasten het bodemleven aan en doden vaak ook nuttige soorten. Kies liever voor natuurlijke plaagbestrijding, zoals het aantrekken van vogels of het inzetten van nuttige insecten. Compost en mulch verbeteren de bodemstructuur en voeden het bodemleven.
3) Laat rommelhoekjes toe
Biodiversiteit houdt van rommel. Laat ergens een hoop takken liggen, een stuk gazon langer worden, of een muurtje begroeien met mos en muurleeuwenbek. Veel soorten gebruiken deze plekken om te schuilen, overwinteren of nestelen.
4) Zorg voor water
Zelfs een kleine vijver of waterschotel trekt direct leven aan. Libellen, waterkevers, vogels en egels profiteren van water in de tuin. Zorg dat er ook een ondiep deel is waar dieren makkelijk in en uit kunnen.
5) Plant voor alle seizoenen
Zorg dat er het hele jaar door iets bloeit. Begin in februari met sneeuwklokjes, winterakonieten en krokussen, en eindig in de herfst met hemelsleutel of klimop. Zo ondersteun je insecten het hele seizoen – van vroege hommels tot late zweefvliegen.
6) Gebruik geen turf
Turfwinning beschadigt kostbare veengebieden, die belangrijk zijn voor biodiversiteit én klimaat. Gebruik liever compost of bladmulch als bodemverbeteraar. Kijk bij aankoop van potgrond of die turfvrij is – dat staat vaak expliciet op de verpakking.
7) Maak je tuin klimaatbestendig
Een biodiverse tuin is vaak ook een klimaatbestendige tuin. Vergroen verharding, kies voor gevarieerde beplanting met diepe wortels, en vang regenwater op. Denk aan wadi’s, regentonnen en groendaken. Zo help je niet alleen de natuur, maar ook je directe omgeving.
8) Verbind met anderen
Een tuin op zichzelf is waardevol, maar nog krachtiger als hij deel uitmaakt van een groter netwerk. Maak contact met buren, wijkinitiatieven of lokale natuurgroepen. Samen kun je bloemrijke bermen aanleggen, boomspiegels beplanten of schoolpleinen vergroenen.
De Internationale Dag voor de Biodiversiteit is geen symbolisch feestje, maar een oproep tot actie. Biodiversiteit is geen luxe of bijzaak. Het is de basis van ons bestaan. De tuin is een plek waar we die verbondenheid elke dag kunnen ervaren – én versterken. Door met aandacht te tuinieren, scheppen we ruimte voor andere soorten én voor onszelf. Elke bloem telt. Elke mier telt. En elke tuinier ook.