Nu de herfst langzaam zijn intrede doet, begint de natuur zichtbaar te veranderen. De bladeren aan de bomen verkleuren: van donkerbruin tot feloranje. De boom speelt de hoofdrol dit seizoen.
Bomen zorgen voor de opname van CO2, stimuleren de biodiversiteit en ons immuunsysteem, geven verkoeling in tijden van warmte, en bieden mensen privacy en dieren een schuilplek. Zelfs als een boom sterft is hij nog van waarde in het ecosysteem. Dood hout geeft variatie aan leven in het bos of in de tuin, denk aan de groei van schimmels en bacteriën, maar de houtresten dienen ook als natuurlijke mulch voor de bodem. Toch voegt de ene boom meer waarde toe dan de andere.
> Voor een kleine tuin: Mespilus germanica (mispel), Cornus sanguinea (rode kornoelje).
Betere bomen
Het zijn de inheemse bomen waar een gebrek aan is. Dit zijn de soorten die van oorsprong in ons land groeien, aangepast aan ons klimaat. Sommige vogels en insecten zijn er afhankelijk van. Steeds vaker verdwijnen inheemse boomsoorten vanwege woningbouw, of omdat ze worden ingeruild voor exotische varianten. Gelukkig maakt de term inheems een inhaalslag. Dat is hoopvol voor de biodiversiteit in onze leefomgeving. Rond een inheemse boom als de Ulcus carpinifolia (iep) leven ruim 400 insectensoorten. Bij een Quercus rubra (Amerikaanse eik), de naam verraadt al dat die hier van nature niet thuishoort, zijn dat er slechts tientallen. Er zijn zo’n 35 inheemse boomsoorten in ons land, die moeten we koesteren. Of liever nog: aanvullen.
> In het 'Handboek voor de bloementuin' leert Judith je hoe je bomen, struiken, vaste planten én eenjarigen met elkaar combineert tot een harmonieus geheel. Ook noemt ze haar favoriete bomen die het bekijken waard zijn. Bestel het boek hier.
Wonderlijk geheel
Bomen communiceren ondergronds met elkaar via een dradennetwerk van schimmels, ook wel mycorrhiza-netwerken genoemd. Ze verbinden enkele bomen tot zelfs complete bossen met elkaar. De schimmeldraden zijn fijn en met veel, waardoor water en mineralen heel efficiënt kunnen worden opgenomen. Dat is niet het enige voordeel. Jonge bomen hebben een grotere overlevingskans als ze zijn aangesloten op het netwerk, want volwassen bomen delen hun voedingsstoffen. Zieke of zwakke bomen ontvangen een boost aan voedingsstoffen om te herstellen. En bij een aanval van insecten kunnen bomen via het netwerk onderling een signaal afgeven, waardoor andere bomen zich kunnen wapenen en gezond blijven. Het is een wonderlijk geheel. Het zal je misschien niet verbazen dat het kappen of verplaatsen van een boom invloed heeft op het dradennetwerk in de bodem en de planten eromheen. Net als het plaatsen van een nieuwe boom. Een inheemse boom kan veel makkelijker aarden in zo’n bestaand netwerk. De overlevingskans is daarmee groter en de impact op het geheel veel kleiner. En dat is gunstig.
> Voor een middelgrote tuin: Prunus serrulata 'Kanzan' (sierkers), Malus sylvestris (wilde appel).
Ruimte is kostbaar
Per boom krijg je één kans om hem op de juiste plek te zetten. Dit klinkt misschien gewichtig, maar een boom slaat aan of niet. Hoewel het planten van nieuwe bomen een oproep is aan een ieder die dit leest, vraagt het ook enig onderzoek. Lukraak een boom in de tuin zetten? Liever niet. Onderzoeken welke boom het beste past bij de grondsoort en de ligging? Graag. Eenmaal in de grond zijn er drie factoren die invloed hebben op de levensduur: soort, plaats en onderhoud. De eerste twee factoren vragen vooronderzoek en zijn eenmalig. Het onderhoud vraagt om blijvende toewijding, want het is een terugkerende handeling. Bomen zoeken naar licht en groeien ernaartoe. Rustig en gestaag, volgens het ritme van de seizoenen. De ruimte in een tuin is beperkt en daardoor kostbaar. De - soms snelle - groei kan een reden zijn om geen boom te plaatsen. Maar toch. Liever een boom in de tuin die jaarlijks een goede snoeibeurt krijgt, dan helemaal geen boom.
> Voor een grote tuin: Alnus glutinosa (zwarte els), Prunus avium (zoete kers).
Bomen voor een kleine tuin
Mespilus germanica (mispel)
+ inheems
+ opvallende herfstkleur
+ langzaam groeiend
Cornus sanguinea (rode kornoelje)
+ inheemse struik die flink kan uitgroeien
+ rode kleur in de winter
+ besjes in het najaar
Clerodendrum trichotomum (kansenboom)
+ ruikt naar pindakaas
+ maximaal 6 meter hoog
Cydonia oblonga (kweepeer)
+ afkomstig uit Kreta
+ eetbare vruchten in de herfst
+ mooie ronde vorm
Bomen voor een middelgrote tuin
Salix triandra (amandelwilg)
+ inheems
+ lange bloei van april - oktober (geel/wit)
+ nectar voor bijen
Prunus serrulata ‘Kanzan’ (sierkers)
+ Japanse sierkers
+ maximaal 8 - 10 meter hoog
+ herfstkleur
Malus sylvestris (wilde appel)
+ inheems
+ eetbare vruchten
+ drachtboom voor bijen
Cornus controversa ‘Variegata’ (pagodekornoelje)
+ gelaagde vorm
+ maximaal 6 - 8 meter hoog, wel breed
Bomen voor de grote tuin
Tilia cordata (winterlinde)
+ inheems
+ opvallende bloei in juni - juli (witgeel)
+ drachtboom voor bijen
Alnus glutinosa (zwarte els)
+ inheems
+ opvallende herfstkleur
Prunus avium (zoete kers)
+ inheems & snelgroeiend
+ opvallende herfstkleur
+ bloeit in april (wit)
Prunus padus (gewone vogelkers)
+ inheems
+ bloeit april - mei (wit)
+ nectar voor bijen & bessen voor vogels
Dit artikel was te lezen in MAY & JUNE magazine #5. Neem een abonnement of bestel een los nummer.