
Juni is een van de mooiste maanden in de tuin: het licht is lang, de groei is uitbundig, en alles lijkt in beweging. Maar het is ook een maand van balans bewaren, want niet alleen je bloemen en groenten groeien enthousiast — ook wilde kruiden, slakken en luizen doen vrolijk mee. In deze blog lees je de belangrijkste tuinklusjes van juni. Of je nu een moestuin hebt of een pluktuin, met deze tips houd je je tuin gezond, in evenwicht en klaar voor een lange zomer. In deze blog 9 tuinklusjes in juni.
1. Wilde kruiden: voorkom woekeren en bescherm het bodemleven
In juni barsten ook de wilde kruiden los, zeker op open stukken grond waar het vrij spel heeft. Hoewel je misschien geneigd bent om met een schoffel of spa aan de slag te gaan, is het belangrijk te weten dat spitten het bodemleven flink verstoort. Regenwormen, schimmels en bacteriën zorgen juist voor een vruchtbare, luchtige bodem, en dat evenwicht wil je liever niet beschadigen.
In plaats daarvan kun je het onkruid het beste met de hand verwijderen, vooral op plekken waar het begint te woekeren. Door voorzichtig te trekken, vooral als de grond nog wat vochtig is, krijg je de wortels mee zonder de structuur van de bodem aan te tasten.
Een slimme manier om onkruidgroei te voorkomen is het dichten van lege plekken in de tuin. Kale grond is een uitnodiging voor ongewenste planten. Overweeg daarom om eenjarige bloemen of groentesoorten te planten of gebruik te maken van bodembedekkers. Soorten zoals maagdenpalm, leliegras, zenegroen, heide of schaduwkruid groeien laag, sluiten de bodem snel af en laten nauwelijks ruimte voor onkruid. Daarnaast houden ze de grond koel en behouden ze vocht, wat zeker tijdens warmere periodes goed van pas komt.
Een andere effectieve methode om onkruid tegen te gaan, is het toepassen van mulch. Door een laag organisch materiaal aan te brengen — bijvoorbeeld boomschors, kokosvezels of cacaodoppen — dek je de bodem af. Hierdoor krijgt onkruid minder licht en kans om te ontkiemen. Bovendien helpt mulch de bodem vochtig te houden, zodat je minder vaak hoeft te sproeien.
2. Slakken weren uit je tuin: schade voorkomen in de avond
Slakken zijn een grote plaag in juni. Ze houden van fris jong groen en kunnen binnen één nacht flinke schade aanrichten aan slaplantjes, jonge courgettes of bloemen in opkomst. Zeker na een regenbui of op vochtige avonden komen ze massaal tevoorschijn.
Een effectieve en laagdrempelige methode om slakken te bestrijden, is ze handmatig op te sporen. Ga bij schemering of ’s avonds met een zaklamp de tuin in. Kijk goed tussen bladeren, onder potten en langs de randen van je plantenbedden. Door dit een paar keer per week te doen, houd je de populatie goed in de hand.
Wil je slakken liever preventief bestrijden? Dan kun je nematoden inzetten. Deze microscopisch kleine aaltjes worden opgelost in water en over de bodem gegoten. Ze dringen de slakkenlarven binnen en schakelen ze van binnenuit uit. Het is een natuurlijke en diervriendelijke methode die vooral effectief is bij jonge slakken in de bodem. Nematoden werken het beste bij een vochtige bodem, dus wacht het liefst tot na een regenbui.
3. Snoeien in juni: licht, lucht en nieuwe bloei
Veel struiken en hagen kunnen in juni hun eerste snoeibeurt gebruiken. Zo is dit het ideale moment om de beukenhaag in model te knippen. Door nu te snoeien, krijg je een dichte, volle haag die de rest van het groeiseizoen mooi in vorm blijft.
Ook bloeiende heesters zoals rhododendrons hebben nu aandacht nodig. Als de bloemen zijn uitgebloeid, kun je ze voorzichtig verwijderen met de hand of met een snoeischaar. Zo voorkom je zaadvorming, wat veel energie kost, en stimuleer je de plant om nieuwe knoppen aan te maken voor volgend jaar. Oudere struiken kun je verjongen door één tot drie takken vanaf de basis weg te knippen. Dit zorgt voor nieuwe, jonge scheuten en een gezondere, compactere plant in de toekomst.
De blauwe regen, of Wisteria, is een andere snoeikandidaat in juni. Na de bloei verwijder je de lange, rankende uitlopers. Dit bevordert de bloei en voorkomt dat de plant zijn energie in bladgroei steekt. Tegelijk verbeter je de luchtcirculatie, wat schimmelvorming tegengaat.
Daarnaast kunnen ook naaldbomen, buxus, coniferen en loofbomen nu prima gesnoeid worden. Door nu vorm te geven, voorkom je dat ze in de zomer te groot worden of over andere planten heen groeien.
4. Vruchtgewassen uitplanten: van tomaat tot courgette
In juni is het eindelijk warm genoeg om warmteminnende planten definitief buiten of in de kas te zetten. Als je in het voorjaar hebt voorgezaaid, dan mogen tomaat, paprika, peper, aubergine, courgette, pompoen en maïs nu naar buiten. Kies een zonnige, beschutte plek met voedzame grond en geef voldoende water na het planten.
Heb je weinig voorgezaaid? Geen probleem. Veel kwekerijen, tuincentra en biologische markten bieden jonge groenteplantjes aan. Deze kun je zonder probleem direct in de volle grond zetten. Houd wel rekening met nachtvorstgevoelige soorten, hoewel die in juni meestal geen risico meer lopen.
5. Direct zaaien: maak optimaal gebruik van lege plekken
Zaaien in juni klinkt misschien laat, maar veel groentesoorten doen het nu juist uitstekend. De bodem is warm, het licht is overvloedig, en de kieming gaat vaak sneller dan in het voorjaar.
Planten zoals pluksla, worteltjes, sperziebonen, paksoi, radijs, rode biet, spinazie en snijbiet kunnen allemaal direct in de volle grond worden gezaaid. Let wel op met uitdroging: geef regelmatig water, vooral tijdens droge dagen.
Het idee dat je in het voorjaar móét zaaien is eigenlijk vooral praktisch ingegeven. In de natuur laten veel planten hun zaden pas aan het einde van de zomer vallen. Door nu te zaaien, boots je dat natuurlijke ritme na — en profiteer je later in het seizoen van een tweede oogst.
Weten wat je deze maand nog direct kunt zaaien? Ontdek hier wat je in juni nog kunt zaaien. Wat kies jij?
^ Links: zorg voor een goede ondersteuning voor je eenjarigen en dahlia's. Rechts: de prachtige bloem van de aubergines.
6. Zaailingen die niet doorgroeien: oorzaken en oplossingen
Veel tuinliefhebbers melden problemen met zaailingen die wel opkomen, maar daarna stoppen met groeien. Vaak komt dit door een combinatie van te weinig licht en te veel warmte. Zaailingen groeien dan naar het licht toe, worden slungelig en vallen om. Je kunt dit deels voorkomen door je trays dagelijks te draaien zodat de planten recht groeien. Als ze al erg lang zijn, kun je ze soms dieper planten of licht terugsnoeien. De plant wordt daardoor vaak bossiger, al zal hij iets kwetsbaarder zijn.
Geel blad bij jonge zaailingen wijst vaak op een gebrek aan voeding. Na het kiemen is zaaigrond namelijk niet meer voldoende. Verspeen je plantjes daarom tijdig naar voedzamere potgrond. Ook een te hoge dichtheid zorgt voor stilstand in de groei: planten concurreren om licht, water en ruimte.
Sommige zaailingen knakken bij de voet of rotten weg. Dat komt meestal door schimmels of teveel water. Schoon werken helpt enorm: maak je zaaitrays goed schoon (veel kunnen gewoon in de vaatwasser) en voorkom dat de grond constant nat blijft.
7. Tomaten dieven: focus op vruchten
Tomatenplanten maken nu volop nieuwe scheuten. Tijd om te dieven — het weghalen van zijscheuten in de oksels van de bladeren. Zo zorg je dat de plant zijn energie stopt in de vruchtvorming, niet in overmatige bladgroei. Volgens tomatenexperts is het slim om bovenin slechts drie bladparen te behouden en de rest weg te halen. Dat voelt misschien rigoureus, maar zorgt uiteindelijk voor grotere en smakelijkere tomaten. Grote dieven kun je ook stekken: zet ze in water of potgrond, en je hebt gratis nieuwe planten.
8. Borders in balans: hou de weelde onder controle
Juni is een maand van explosieve groei. Sommige planten gaan als een speer, terwijl andere langzaam verdwijnen onder hun opdringerige buren. Je kunt de balans herstellen door uitgebloeide bloemen weg te knippen. Dat stimuleert herbloei, vooral bij soorten als geranium en vrouwenmantel. Sommige vaste planten, zoals salvia, kun je zelfs flink terugsnoeien voor een tweede bloeiperiode in augustus of september.
Planten die uit elkaar vallen, zoals beemkroon of phlox, kun je nu ondersteunen met plantenringen of stokken. Kijk ook alvast kritisch naar je border: planten die nu net goed passen, zijn volgend jaar mogelijk te groot. Soorten zoals asters, duizendknoop en herfstanemonen kun je in het najaar splitsen en verplanten. Belangrijk om dat nu al op te schrijven omdat je ze nu (of misschien iets later in het jaar) in vol ornaat staan.
9. Ondersteuning aanbrengen bij eenjarigen en dahlia’s: voorkom knakken en omvallen
In juni maken veel eenjarige bloemen en bloeiende zomerbollen zoals dahlia’s een groeispurt. De stelen zijn vaak nog te slap om hun eigen gewicht te dragen, zeker bij wind of regen. Als je nu geen ondersteuning aanbrengt, loop je het risico dat ze knakken net op het moment dat ze in bloei komen.
Dahlia’s hebben in het bijzonder baat bij tijdige ondersteuning. De planten worden soms meer dan een meter hoog, en de bloemen zijn zwaar — zeker bij dubbele of decoratieve rassen. Gebruik stevige stokken of een rek om de plant in het midden op meerdere punten vast te binden. Zo voorkom je dat ze bij de eerste zomerstorm plat op de grond liggen.
Ook hooggroeiende eenjarigen zoals zonnebloemen, Cosmea, amarant of siererwten kunnen niet zonder een steuntje in de rug. Wacht vooral niet tot de stelen al wiebelen: hoe eerder je de steun plaatst, hoe beter de plant er tegenaan kan groeien. Een handige truc is om planten die in groepen staan, gezamenlijk te ondersteunen met een plantenframe of raster.
Een goed aangebracht ondersteuningssysteem doet meer dan alleen beschermen. Het zorgt ook voor betere luchtcirculatie, waardoor je schimmelproblemen zoals meeldauw of Botrytis voorkomt. Bovendien presenteert je border of bloemenbed zich netter en overzichtelijker. Vooral in de siermoestuin of pluktuin is dat mooi meegenomen.
Bekijk hier een video van Judith waarin ze uitlegd hoe je planten makkelijk kunt splitsen of delen.