Om hun kinderen in alle vrijheid en omringd door groen te laten opgroeien, verruilden Nina Hartgring en haar man hun stadse grachtenpand zonder tuin drie jaar geleden voor een afgelegen boerderij met twee hectare grond in de omgeving van de Lochemse Berg. Grenzend aan natuurgebied Stelkampsveld creëerden ze een sprookjeswereld met slingerende paadjes, kikkers in de poel, volop bloei en overal eetbaar lekkers.
Het huis – een roze gepleisterde woonboerderij – met tuin, een gastenverblijf en uitbundig bloeiende prairieborders nemen een hectare van de beschikbare grond in. Op de andere hectare, voorheen in gebruik als landbouwgrond, werd een esthetisch voedselbos inclusief moestuin aangelegd. ‘Mijn man wil op den duur graag volledig zelfvoorzienend leven, ik houd vooral van heel erg mooi’, lacht Nina. Huisvriend en tuinontwerper Thomas Verheijden (te zien op de foto’s), die zowel de siertuin als het voedselbos ontwierp en aanlegde, kreeg de vrije hand om de wensen van het stel samen te brengen. Met succes: ‘Het is in alle opzichten een feestje om hier rond te lopen.’
^ Links op de foto zie je de vaste plant Gaura lindheimeri (prachtkaars) gecombineerd met een dieprode Dahlia 'Arabian Night'.
Prairieborders en eenjarige bloeiers
Toen ze het land kochten, was het erf volledig betegeld. Inmiddels wordt het hele huis omringd door zogenaamde prairieborders, die voor een belangrijk deel bestaat uit grassen, met in dit geval een hoofdrol voor de inheemse Molinia caerulea (pijpenstrootje), een waardplant voor verschillende vlinders. De vaste bloeiers ertussen zijn niet allemaal inheems, maar fungeren wel als drachtplant voor insecten of zorgen voor vogelvoedsel in de zomer. Aanvullend staan er her en der zogenaamde strooiplanten: een- of tweejarigen die zorgen voor een mooi accent. Op sommige plekken maakt Nina ook ruimte voor wat persoonlijke favorieten als Cosmos (cosmea), Zinnia elegans (zinnia), Lathyrus (reukerwt) en dahlia’s. ‘Ik kies vooral voor pastelkleuren. Cosmos bipinnatus ‘Apricotta’ (cosmea) vind ik echt prachtig, net als de enorme bloemen van dahlia ‘Café au Lait’.’
Hoogzomer zit Nina het liefst ’s ochtends vroeg op ‘mama’s bankje’ naast het huis, vlak bij de magnolia, met zicht op de border en het gekwetter van vogels, gekwaak van kikkers bij de poel als achtergrondmuziek. Over de border heen kijkt ze uit over de weide waarin hoge grassen en krentenboompjes groeien tussen kronkelende maaipaden. ‘Aan die kant loopt geen weg en wordt ons erf omlijst door hoge eikenbomen. In de zomer, als alles groen is en in bloei staat, geeft dat zo’n knus effect.’
^ Links op de foto zie je Ammi Majus (grootakkerscherm)
Goed zijn voor de natuur
Waar het omringende coulisselandschap, typerend voor de Gelderse Achterhoek, vooral veel rechte zichtlijnen heeft, zijn in de tuin en het voedselbos van Nina en haar gezin nauwelijks hoekige vormen te ontdekken. Opgehoogde delen en de begroeiing met bomen, struiken, planten en bloemen van verschillende hoogten zorgen voor een organische omgeving waarin je bij elke bocht die je neemt weer iets nieuws ontdekt. ‘Sommige mensen zijn dol op weidsheid, maar ik houd juist van geborgenheid.’
Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat kunnen Nina haar drie dochters ravotten in een zee van ruimte en groen. ‘Ze zijn nergens vies van, hebben altijd zwarte nagels en vieze voeten.’ Ze plukken zelf waar ze maar zin in hebben, we maken ’s avonds vuurtjes en leren de natuur steeds beter kennen. Mijn dochter van acht kan je nu al precies vertellen welke planten en bomen er allemaal in het voedselbos staan, wat je al kunt eten, wat nog niet helemaal rijp is of waar je niet te veel van mag plukken… Zelf ben ik helemaal niet zo opgegroeid, het is heerlijk om te zien hoe zij dat wél kunnen. Ik wil ze heel graag meegeven dat je goed moet zijn voor de natuur en er voorzichtig mee om moet gaan.’
^ Links de zaadbollen van klaprozen en rechts Agastache 'Blue Fortune' (dropplant).
Mooiste compliment
De droom van een sprookjesachtige plek krijgt telkens meer vorm en Nina verwacht deze zomer voor het eerst volop te kunnen oogsten van de fruitbomen in het voedselbos, waaronder appels, kersen en peren. Bij het zien van de door haar zelf ontworpen rode toegangsdeur in een poort overgroeid met Clematis Montana ‘Rubens’ (bosrank) – ‘door het venster heb je een prachtig zicht op de zonsondergang’ – verzuchtten sommige buren dat het gezin er ‘een soort Efteling’ van maakte. ‘Dat was niet positief bedoeld, maar toch het mooiste compliment dat ik kon krijgen.’
^ Links zie je een borderafscheiding gemaakt van wilgentenen. Rechts all-time favorite: Echinacea purpurea (zonnehoed).
Lees het hele artikel in MAY & JUNE magazine #8, bestel 'm hier.
Tekst: Sanne Eva Dijkstra | Beeld: Jeannine Rijsdijk