Rubriekpodcast

De bodem: het vergeten ecosysteem met Hanneke Hietink

In deze aflevering: Hanneke Hietink. Als bodemecoloog en professioneel natuurbeheerder van 12 hectare grond in de Langbroekerwetering onderzoekt ze de bodem én past ze de kennis toe op het natuurgebied dat ze onder haar hoede heeft. 

Lees je deze podcast liever? Hieronder vind je een geschreven versie op basis van de podcast. Let op: het is geen letterlijk transcript, maar een samenvattend verhaal. In de podcast hoor je veel meer praktische tips en kennis.

Vandaag ging het gesprek over iets wat vaak onzichtbaar blijft, maar fundamenteel is: de bodem. Bodemecoloog Hanneke legt uit dat zij doet wat een ecoloog boven de grond doet, maar dan ondergronds. “Boven de grond zie je hoe organismen samenleven met hun omgeving. Onder de grond werkt dat net zo, alleen zien we het niet.”

Lang werd de bodem beschouwd als iets doods. “Ik leerde tijdens mijn studie bos- en natuurbeheer nog dat de bodem ‘abiotisch’ was,” vertelt Hanneke. Inmiddels is dat inzicht achterhaald. De bodem blijkt een levend ecosysteem, te vergelijken met onze darmen. “Zoals wij micro-organismen nodig hebben om voedsel te verteren en gezond te blijven, zo hebben planten een levend bodemleven nodig om te groeien en weerstand op te bouwen.”

Die vergelijking met darmen gaat ver: de bodem beïnvloedt de voeding, de weerbaarheid en zelfs de ontwikkeling van planten. En dat betekent dat het verstoren van dat systeem grote gevolgen heeft. Sinds de Tweede Wereldoorlog is de bodem vaak benaderd als een soort groeimedia: iets waar je voeding instopt, zodat er iets uitkomt. “Dat lijkt te werken, maar het leidt tot uitputting en verstoring. We halen er veel uit, maar geven weinig terug.”

Hanneke werkt aan natuurherstel, analyseert bodemleven en vertelt anderen over het belang van een gezonde bodem. Die interesse begon twintig jaar geleden toen ze zelf op twaalf hectare voormalige landbouwgrond kwam te wonen. De grond was zwaar bewerkt, verdicht en overbemest. “We wilden daar biodiversiteit terugbrengen. Maar ik zag dat theorie en praktijk niet altijd overeenkwamen, en dat zette me aan het denken.”

Wat bleek: het begint bij waarnemen. Een spade is volgens haar het beste meetinstrument. “Steek hem in de grond en kijk wat je ziet. Ruikt het fris? Is de structuur kruimelig? Dan zit je goed. Stinkt het, of valt het hoekig uit elkaar, dan is er iets mis.”

Onder de grond leeft een complexe voedselketen. Bacteriën en schimmels vormen de basis, gevolgd door eencelligen, aaltjes, springstaarten, wormen en kevers. “Alles eet elkaar op en houdt het systeem in balans.” Planten voeden dit leven via hun wortels: ze scheiden suikers uit die de biologie ondergronds aan de gang houden. “Elke plant doet dat op zijn eigen manier, dus hoe meer variatie in planten, hoe rijker het bodemleven.”

Herstel begint met bedekking. “Een kale bodem is als een schaafwond. De natuur lost dat op met onkruid, maar je kunt ook zelf bladeren of plantenresten aanbrengen.” Een andere fout is spitten. “Dat vernietigt de structuur en verstoort de opbouw van het bodemleven. Gebruik liever een woelvork om lucht toe te voegen, zonder de lagen om te keren.”

In haar eigen gebied heeft Hanneke een nieuw bos aangeplant en graslanden omgevormd tot kruidenrijk grasland. Variatie blijkt cruciaal: van nat naar droog, van open naar gesloten. “In die overgangen ontstaan de meeste kansen voor biodiversiteit.” Dat geldt ook ondergronds. Zo stonden haar velden één jaar volledig vol met paardenbloemen. “Later begreep ik dat die calcium uit de bodem halen. De natuur signaleert tekorten en stuurt oplossingen aan.”

Wie werkt in een tuin of op nieuwbouwgrond begint vaak ‘onder nul’. “Die grond is verstoord en arm aan leven. Dan helpt het om niet alleen compost toe te voegen, maar ook wat gezonde bosgrond of compost van goede kwaliteit, al is het maar een handje. Daarin zitten miljarden organismen.”

Bodemgezondheid betekent uiteindelijk dat je minder hoeft in te grijpen. “Als de bodem gezond is, regelt hij zijn eigen balans. Planten krijgen weerstand, plagen blijven weg.” Maar veel mensen grijpen pas in als er een plaag is. “Dan gaan ze spuiten, maar dat maakt de bodem nog ongezonder. De natuur ziet die plaag vaak als een opruimactie, een signaal dat het systeem uit balans is.”

Volgens Hanneke staat de natuur in Nederland voortdurend op standje herstel. “Zodra je stopt met tegenwerken, begint het ecosysteem zichzelf te herstellen.” Belangrijk is wel dat je het vertrouwen hebt om dat proces te laten gebeuren. “Wij willen sturen en oplossen, maar de natuur kan het beter — mits je haar de ruimte geeft.”

Toon reacties

Leave a comment